Gedragsverandering is de motor van de circulaire economie

Gedragsverandering is de motor van de circulaire economie

10/22/2025 - 08:35

De circulaire economie draait niet alleen om nieuwe technologie of recyclingfabrieken, vindt ondernemer Timmy de Vos, oprichter en directeur van Race Against Waste. “Het begint bij mensen – bij gedrag, overtuiging en bewustwording.” Vanuit die overtuiging bouwde hij sinds 2014 aan een bedrijf dat inmiddels actief is op 600 basisscholen in Nederland én in meerdere Europese landen.
  • Research
  • Stories
Van e-waste tot waterbewustzijn

Race Against Waste organiseert zogenoemde educatieve actiecampagnes: wedstrijden waarin kinderen leren over duurzaamheid en direct in actie komen. “Educatie is belangrijk, maar pas als je het combineert met doen, blijft het hangen,” zegt De Vos. “Onze projecten heten niet voor niets races: we maken van duurzaamheid iets leuks, iets waar je samen aan bouwt.”

Wat begon met een E-waste Race groeide uit tot programma’s over textiel, energie en water. Tijdens zo’n campagne leren kinderen over de impact van hun gedrag – bijvoorbeeld over de milieu- en arbeidsomstandigheden achter kledingproductie – en krijgen ze praktische opdrachten: minder fast fashion kopen, kleding ruilen, of leren hoe je een broek kunt repareren.

De nieuwste toevoeging is de Water Race, waarin thema’s als waterschaarste, waterkwaliteit en extreme weersomstandigheden centraal staan. “Kinderen plaatsen regentonnen, plakken stickers op schooltoiletten of doen mee aan de tegelwipactie. Het zijn kleine dingen die groot effect hebben,” vertelt De Vos.

Groei op eigen kracht

Race Against Waste is de afgelopen jaren flink gegroeid, maar bewust zonder externe investeerders. “We hebben altijd gekozen voor geleidelijke groei op eigen kracht,” zegt De Vos. “Dat betekent soms beperkte middelen, maar ook volledige focus op onze missie.”

Die missie slaat aan: inmiddels doet zo’n 10 procent van alle Nederlandse basisscholen mee. De aanpak werkt, ziet De Vos. “Gemeenten zijn onze belangrijkste partners. Ze financieren de programma’s, scholen voeren ze uit en lokale afvalbedrijven helpen met inzameling. Dat netwerk maakt het schaalbaar.”

De organisatie professionaliseerde snel: van een klein team van vijf naar vijftien medewerkers. “In het begin deed iedereen alles – van projectmanagement tot communicatie. Nu zijn de functies gespecificeerd. Dat is even schakelen, maar nodig om door te groeien,” zegt De Vos. Daarbij kreeg hij steun van acceleratorprogramma’s, coaches en duurzaamheidspioniers als Anne-Marie Rakhorst.

De mens in de transitie

Wat De Vos vooral wil benadrukken: de transitie naar een circulaire economie is niet alleen technisch, maar vooral sociaal. “Meer dan de helft van al het textiel en elektronica gaat verloren in de gebruiksfase – omdat het in de kast blijft liggen of in het restafval belandt. Dus zelfs als je perfect kunt recyclen, red je het niet zonder gedragsverandering.”

Daar ligt volgens hem nog te weinig aandacht in beleid. “Er zijn geen vaste budgetten voor circulaire educatie of bewustwordingscampagnes. Terwijl gedrag de sleutel is. Als meer mensen duurzame keuzes maken en daarover praten, ontstaat draagvlak. Dat is de basis voor nieuw beleid én voor bedrijven om te veranderen.”

Internationale groei en de kracht van samenwerking

De Vos kijkt ondertussen verder dan Nederland. Via een franchisemodel worden lokale partners in Duitsland, Spanje, Frankrijk en België opgeleid om de formule uit te rollen. De digitale tool van Race Against Waste maakt internationale samenwerking eenvoudig: scholen en buurtbewoners kunnen hun scores en inzamelacties online bijhouden.

Ook corporates tonen interesse. “We werken al samen met Fairphone en Marktplaats,” zegt De Vos. “Ik zie veel kansen om bedrijven te betrekken bij maatschappelijke educatie – bijvoorbeeld rond hun eigen ESG-doelen. Dat is nog onontgonnen terrein.”

Lessen voor andere ondernemers

Op de vraag welk advies hij heeft voor andere impactondernemers, hoeft De Vos niet lang na te denken. “Investeer in een goed team. Mensen die echt in de missie geloven, maken het verschil. En vertrouw op je gevoel: dat is vaak het beste kompas. Voor mij werkt het om stap voor stap te groeien, te testen en pas te schalen als iets bewezen werkt.”

Hij besluit met een glimlach: “Duurzaamheid is geen luxe of last. Het is iets wat verbindt, energie geeft en zelfs leuk kan zijn. Als kinderen dat leren, dan is de toekomst van ondernemerschap vanzelf een stuk duurzamer.”

Meer weten over het Impact Up onderzoeksproject

Dit artikel is gebaseerd op een interview in het kader van het onderzoeksproject Impact Up. Wil je meer weten over dit project en meer verslagen van interviews lezen: Impact Up.